Superbedankt dat je seks met me wil

Dit artikel verscheen op 21 november 2016 op Hard//hoofd

De campagne ‘Omarm Psoriasis’ wil op een hippe, toegankelijke manier het stigma rondom deze huidziekte doorbreken. Maar toen ik het campagnefilmpje bekeek, voelde ik me gereduceerd tot het zielige onderwerp van een reddingsmissie. Een essay over seks, kwetsbaarheid, en het probleem met goede bedoelingen.

Vorige week werd ik geconfronteerd met een brute realiteit: 44 procent van de mensen wil geen seks met me. Na het bekijken van het campagnefilmpje Omarm Psoriasis, een samenwerking tussen Mindshakes en de Vereniging voor Dermatologie en Venereologie, blijf ik niet achter met het beoogde positieve gevoel. Opgefokt pak ik mijn telefoon. ‘SUPER BEDANKT DAT JE SEKS MET ME WIL HEBBEN. 44 PROCENT VAN DE MENSEN WIL DAT NAMELIJK NIET.’ Voordat ik echt spijt kan krijgen van deze uitbarsting, krijg ik terug: ‘Het voelt ook wel een beetje als filantropie ☺’. De jongen die wel seks met me wil is leuk. Dat is fijn, maar de woede blijft.

Ik ben namelijk niet boos op die 44 procent. Ik ben boos omdat het ze überhaupt is gevraagd. Met het stellen van die vraag gebeurt namelijk precies wat je als psoriasispatiënt niet wilt en dat is: gereduceerd worden tot je huid.

Een onaangename verrassing
In het filmpje wordt voor een aantal hippe twintigers op straat de volgende situatie geschetst: je hebt een leuke date, je gaat met iemand mee naar huis, er gaat een bloesje uit. Dan verschijnt, als donderslag bij heldere hemel, een gevlekte, schilferige huid. Wat denk je dan? ‘Ja, daar word ik niet heel gelukkig van, als ik eerlijk ben’, zegt een jongen, terwijl hij naar een reclamezuil kijkt waar een enorme poster van een mooi, half ontbloot meisje met psoriasis hangt. ‘Ik denk dat je diegene niet zo snel zou aanraken’, zegt een ander.

 

Het is makkelijk praten over iemand die je niet kent. De fictieve voorgeschiedenis (‘een leuke avond!’) is zo summier dat het niet moeilijk is om iemand af te wijzen. Wat weten die jongens nou over dit meisje? Niks. Behalve dat ze vlekken heeft. Ze hebben niet met haar gedanst, ze hebben geen slappe lach met haar gehad. Ze kennen slechts haar huid en die wijkt af. Het zou bijna pervers zijn om seks met haar te willen.

Ik ken de angst om een onaangename verrassing te zijn. Sinds ik medicatie slik heb ik beduidend minder vlekken, maar toch. Het voelt niet echt ‘geil’. Het is een moment dat ik in mijn hoofd al vaak heb meegemaakt: iemand zoekt naar een sluitinkje van mijn bh, vindt een vlek tussen mijn schouderbladen en deinst terug.

Het stellen van de vraag ‘wil je seks met deze persoon?’ bevestigt dat dit terugdeinzen een reële angst is. Het maakt een ‘nee’ mogelijk. In plaats van deze nee te bevragen (Waarom niet? Ben jij weleens afgewezen?), wordt het probleem bij de psoriasispatiënt neergelegd: 44 procent van de mensen wil geen seks met jou. Jammer dan. Hij of zij wordt de kwetsbare, de ander onaantastbaar. Terwijl seks in mijn ogen juist een moment van gelijkwaardigheid is. Je ligt allebei even naakt aan elkaars lijf te frutten, je maakt allebei rare geluiden die je anders niet maakt. Geilheid maakt kwetsbaar, ja. Maar als het goed is ontwapent het.

Natuurlijk is deze opvatting van seks de ideale situatie die lang niet altijd bereikt wordt. Maar zou niet juist een campagne als deze dit ideaal van gelijkwaardigheid na moeten streven, in plaats van de scheve verhouding – kwetsbaar wezen en geile filantroop – in stand te houden?

Aandacht en aanraking
Het lijkt alsof de makers van deze campagne dit zelf ook nastreven. Wat volgt is namelijk een portie feelgood-tv. Want, zo stelt het filmpje, diep vanbinnen willen we als mensen toch allemaal hetzelfde: een omhelzing. De mensen op straat zijn het er roerend mee eens: ‘Aandacht en aanraking, dat zijn toch wel de belangrijkste dingen waardoor je je mens voelt.’

Waar het in relatie tot psoriasispatiënten over seks ging, gaat het bij de voorbijgangers ineens om omhelzingen. Allebei vormen van ‘aandacht en aanraking’, maar toch behoorlijk anders. Voelt een psoriasispatiënt zich soms minder mens en moet er daarom grover geschut getrokken worden? Ik denk niet dat dat het is.

Waarschijnlijk wilden de makers niet aan mensen op straat vragen hoe belangrijk seks voor ze is. Het zou de geïnterviewden te kwetsbaar maken. Praten over een foto die niets terug kan zeggen, is een stuk behaaglijker dan oog in oog met iemand praten over seks. Het heeft iets gênants om er in je dikke winterjas aan herinnerd te worden dat je de avond van tevoren nog tussen iemands benen lag te graaien. Stel je voor: misschien zeg je wel iets raars, terwijl je tot nu toe nog zo normaal leek. Misschien word je wel uitgelachen, misschien deinzen ze voor je terug. De vraag ‘hoe belangrijk is seks voor jou?’ breekt je slaapkamer open en gooit de vuile lakens op straat.

De echte verbindende factor tussen ‘psoriasispatiënten’ en ‘andere mensen’ is dat het verlangen naar een omhelzing en de angst voor afwijzing altijd met elkaar samengaan. Het zijn twee kanten van hetzelfde ding. Het probleem in deze campagne is dat ze bruut uit elkaar getrokken worden.

Als vervolgens de muziek in de video aanzwelt en mensen de reclamezuil gaan omhelzen wordt deze opsplitsing pijnlijk duidelijk. In plaats van twee mensen in contact met elkaar zien we iets dat op een omhelzing moet lijken, maar dat absoluut niet is. De psoriasispatiënt is letterlijk gevangen in de foto op een reclamezuil, hij kan geen kant op. Daartegenover staat een mens van vlees en bloed, die zichzelf wel op moet dringen om tot enige vorm van contact te komen. Dit mens denkt precies te weten wat de patiënt op de foto nodig heeft: aandacht en aanraking. Maar waar een omhelzing iets wederkerigs is, is omhelsd worden dat niet.

Goede bedoelingen
Toen ik de reacties onder het artikel las voelde ik me een bitter mens. Andere psoriasispatiënten leken allemaal erg blij te zijn met deze aandacht. Met de jonge en sexy aanpak. Dat snap ik ook wel. De campagne staat namelijk bol van de goede bedoelingen. Maar misschien gaat het daar juist mis.

De goede bedoelingen zijn een rookgordijn. Als je iets goed bedoelt kan je niks meer fout doen. Het maakt je onaantastbaar, en daardoor: de ander extra kwetsbaar. Een reclamezuil kan niet van zich afslaan. Die kan niks anders doen dan jou en je goede bedoelingen z’n gang laten gaan. Hetzelfde gebeurt als je iemand reduceert tot één ding: een huid, een vlek. Die persoon moet dankbaar zijn voor iedere vorm van interesse van z’n medemens, ook als ‘ie dat eigenlijk niet is. Door iemand zo plat als een foto te maken, wordt hij of zij een projectiescherm voor andermans zingeving. Ik wil meer zijn dan iemands reddingsmissie.

Als ik al ergens dankbaar voor ben, dan is het omdat de jongen die seks met me wil ook lasagne met me wil eten en ook met me mee wil naar de Mediamarkt. Ik ben ook dankbaar omdat ik dat zelf ook allemaal wil. Ik ben dankbaar dat hij me zijn kalknagel liet zien. Ik ben dankbaar dat er een hoop mensen zijn die geen seks met me willen, ik wil het zelf ook lang niet met iedereen. Ik ben, net als iedereen, iemand die aantrekt én terugdeinst. Iemand die verlangt én bang is. Dat is wat deze campagne had moeten laten zien. Dat was voor zowel de psoriasispatiënt als de mensen op straat eerlijker geweest.
Mark